Eleonore (41) emigreerde in 2009 naar Denemarken. Wat begon met een toevallige ontmoeting in een Berlijns hostel groeide uit tot een leven in Kopenhagen, met een gezin, een baan in communicatie en een nieuw thuis. In dit interview vertelt ze hoe ze haar plek vond, wat haar opviel aan de Deense cultuur en waarom ze zich inmiddels een echte Deense-Nederlander voelt. Dit is het emigreren naar Denemarken verhaal van Eleonore Fenne.
Waarom woon je in Denemarken?
“Ik ben hier terechtgekomen vanwege de liefde. In 2007 ontmoette ik mijn man Mark in een hostel in Berlijn, tijdens een backpackreis. Ik was begin twintig en op weg naar huis na een rondreis door Oekraïne, hij kwam rechtstreeks van Roskilde Festival. We raakten aan de praat en brachten de hele avond samen door.
Een paar dagen later kreeg ik een mailtje van hem. Ik vond het maar raar, met vreemde grapjes die ik niet begreep. Misschien een taalbarrière, maar ik vond hem wel sympathiek. Dus ik stuurde toch wat terug. Een paar maanden later kwam hij naar Nederland en uiteindelijk woonde hij een half jaar via Erasmus bij mij in Den Haag. Toen hij terugging naar Denemarken, besloten we dat onze toekomst daar zou liggen.”
Een hele stap…
“Ja, al kende ik Denemarken al wel een beetje. Toen ik jong was verhuisde een vriendin naar Jutland. Ik bracht er bijna elke zomer door, op hun boerderij. We waren penvriendinnen, ik heb nog ordners vol brieven van haar.
In 2009 verhuisden Mark en ik naar Kopenhagen. Ik dacht: Nederland en Denemarken lijken qua cultuur best veel op elkaar. Je maakt afspraken, je gaat niet zomaar bij iemand langs, dat soort dingen snapte ik wel. Maar eenmaal hier ontdekte ik hoe moeilijk het is om echt onderdeel van de samenleving te worden.”
In welk opzicht?
“Vrienden maken bleek lastig. Denen zijn vriendelijk, maar ze hebben hun vaste kring en daar kom je niet zomaar tussen. Ik voelde me vaak een buitenstaander. Bovendien was het bijna onmogelijk om werk te vinden. Het was net na de financiële crisis, en met politicologie had ik weinig aanknopingspunten.
Soms dacht ik echt: heb ik wel de juiste keuze gemaakt?
Het was zwaar. Ik miste mijn familie, mijn vrienden, zelfs simpele dingen als nasi-kruiden. Ik was voor één persoon hierheen gekomen. Soms dacht ik echt: heb ik wel de juiste keuze gemaakt? Eén mens versus alle andere mensen die ik ken. Gelukkig bleek dat het waard, want we zijn na al die jaren nog steeds heel gelukkig samen.”
Hoe was dat voor je man, Mark?
“Ook voor hem was het moeilijk. Hij zag hoe zwaar ik het had, maar kon me niet echt helpen. Daarnaast moest hij zijn beeld van Denemarken bijstellen. Hij dacht altijd dat het een open, toegankelijk land was. Maar pas toen hij mijn ervaringen zag, realiseerde hij zich dat het voor nieuwkomers veel lastiger is. Iedereen spreekt Engels, maar dat betekent nog niet dat je gelijke kansen krijgt.”

Hoe heb je toch je plek gevonden in Denemarken?
“De taal was de sleutel. Ik besloot vol voor het Deens te gaan. Na drie maanden kon ik het meeste verstaan en ik zei tegen Mark: vanaf nu praat je alleen nog Deens met me. Dat was zwaar, maar het werkte.
De taal was de sleutel.
Via een gesponsorde baan van de gemeente kwam ik bij de overheid terecht. Dat was mijn startpunt. Daarna ging het beter: ik voelde me nuttig en onafhankelijk. Later ben ik zelfstandig ondernemer geworden, organiseerde ik studiebezoeken en deed ik freelancewerk.
Toen ik kinderen kreeg, koos ik voor een nieuwe studie communicatie. Inmiddels werk ik als pers- en communicatiemanager bij een lobbyorganisatie voor groene waterstof. Eigenlijk ben ik weer terug bij mijn roots: een combinatie van politiek, communicatie en duurzaamheid.”
Hoe is het om kinderen te hebben in Denemarken?
“Heel prettig. Kinderopvang is hier veel beter geregeld dan in Nederland. Het is betaalbaar, fulltime beschikbaar en de kinderen maken de leukste dingen mee. Onze dochter leerde fietsen via de opvang, bakte pizza’s en was zelfs een dag imker. Dat gaf me vertrouwen: mijn kinderen hadden het goed, en ik kon blijven werken.
Ook het onderwijs spreekt me aan. Kinderen beginnen pas echt met lezen en rekenen als ze zeven zijn. Eerst krijgen ze een jaar om te wennen aan school, leren ze het alfabet en tellen. Die zachte start maakt de overgang veel minder heftig dan in Nederland, waar kinderen vanaf hun vierde al veel moeten.”
Hoe voed je je kinderen op qua taal en cultuur?
“Ik vind het belangrijk dat ze Nederlands leren. Thuis spreek ik zoveel mogelijk Nederlands, ik lees altijd voor in het Nederlands en we vieren Sinterklaas, inclusief schoen zetten en gedichten.
Ze zijn soms wat verlegen in het Nederlands, maar ze kunnen zich goed uitdrukken. Mijn man verstaat de taal ook, dus dat helpt. Het is belangrijk dat ze die band met mijn familie en cultuur behouden.”

Wat zijn de cultuurverschillen tussen Denen en Nederlanders?
“De verschillen zitten vaak in kleine dingen. In Nederland maak je makkelijk een praatje met een onbekende in de trein of supermarkt. Hier gebeurt dat niet. Mensen zijn beleefd, maar ook afstandelijk.
Ook op de werkvloer is het anders. In Nederland mag je best zeggen: ‘Dit project heb ik goed gedaan.’ In Denemarken geldt de Janteloven: steek je hoofd niet boven het maaiveld uit. Alles is een teamprestatie, persoonlijke profilering is minder gebruikelijk. Dat was wennen.
Tegelijkertijd zijn er ook veel overeenkomsten. Humor, welvaart en de manier waarop de samenleving georganiseerd is, daarin lijken Nederlanders en Denen juist weer erg op elkaar.”
Hoe ervaar je het leven in Kopenhagen?
“Kopenhagen is een heerlijke stad. Wij wonen aan de rand, in een nieuwbouwwijk, waar alles goed geregeld is. De metro is efficiënt, de stad is schoon, de parken zijn prachtig. Er wordt veel nagedacht over leefbaarheid en duurzaamheid.
De stad heeft twee gezichten: in de zomer bruist het buitenleven, iedereen zit in parken en aan de haven. In de winter kruipt iedereen naar binnen, maar daar is het gezellig: hygge, lampjes, kerstbomen. En er wordt veel gefietst, dat voelt vertrouwd als Nederlander.”

Voel je je nog Nederlands, of inmiddels meer Deens?
“Ik ben beide. Bij voetbal juich ik altijd voor Nederland. Ik mis soms de Indonesische keuken en het gemak van treinreizen. En ook de kleine praatjes met onbekenden. Denen zijn vaak op zichzelf, terwijl in Nederland mensen sneller een luchtig contact maken.
Maar ik ben ook echt Deens geworden. Vooral in de vanzelfsprekendheid dat vrouwen fulltime kunnen werken en financieel onafhankelijk blijven. Het eerste jaar hier was het moeilijkste van mijn leven. Ik had heimwee, voelde me buitengesloten en had geen werk. Maar het heeft me ook gevormd. Door de taal te leren, door door te zetten, door moeder te worden en een carrière op te bouwen, heb ik een thuis gemaakt in Denemarken.
Ik blijf in Denemarken.
Wat begon als een toevallige ontmoeting in een hostel in Berlijn, is uitgegroeid tot een heel leven. En daar ben ik trots op. Voor mij is het duidelijk: ik blijf in Denemarken. Mijn kinderen groeien hier op en ik voel me thuis. Natuurlijk mis ik mijn familie en vrienden, maar ik heb geen behoefte meer om terug te gaan naar Nederland. Dit is mijn plek.”
Eleonore is columnist bij The Nordic Dutchman. Abonneer je op de nieuwsbrief en ontvang haar columns, andere emigratieverhalen en veel meer nieuws uit Scandinavië in je mailbox:
Ook je verhaal delen?
Heb jij ook de stap gezet naar het hoge noorden, of speel je met die gedachte?
Wij verzamelen persoonlijke emigratieverhalen van Nederlanders die in Scandinavië wonen. Deel jouw verhaal en inspireer anderen met jouw ervaringen. Je krijgt een mooie plek op onze website én onze social media. Lees hier meer.



